De provinciale belastingen en heffingen zijn inkomsten van de provincie. Deze belastingen en heffingen worden betaald door de inwoners en ondernemers in Noord-Holland. Met de provinciale belastingen en heffingen aangevuld met onder meer de uitkering uit het provinciefonds financiert de provincie collectieve voorzieningen zoals deze in de verschillende programma’s zijn opgenomen. Bij het heffen gaat de provincie uit van het profijtbeginsel. Uitgangspunt is dat degene die profiteert van een voorziening, voor die voorziening betaalt. Het profijtbeginsel manifesteert zich sterker bij heffingen (bijvoorbeeld leges) dan bij belastingen (bijvoorbeeld opcenten motorrijtuigenbelasting). In de paragraaf Provinciale heffingen worden de door Provinciale Staten vastgestelde beleidslijnen en te realiseren belastingopbrengsten weergegeven. Bij het heffen wordt rekening gehouden houden met interne en externe kaders en wet- en regelgeving, waaronder verschillende artikelen uit de Provinciewet (artikel 222 t/m 226).
Lastendruk
Provinciale belastingen en heffingen bepalen, zij het in geringe mate, de collectieve lastendruk. Zij zijn dus mede bepalend voor de omvang van het besteedbaar inkomen van de inwoners van Noord-Holland. Wettelijk mag het bedrag van provinciale belastingen en heffingen niet afhankelijk worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen van de belastingplichtige.
Provinciale heffingen moeten overheidsoptreden legitimeren
Wat krijgt de burger en/of het bedrijf terug voor de betaling aan de provincie? De provincie streeft naar evenwicht tussen het ervaren van overheidsoptreden en de hoogte van de te betalen bijdrage. De Provinciewet bepaalt dat provinciale opcenten tot een bepaalde limiet geheven mogen worden. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bepaalt dat de provinciale heffingen maximaal kostendekkend mogen zijn. Bij overtreding van deze regels kan de belastingrechter bij een bezwaar- en/of beroepsprocedure de legesverordening onverbindend verklaren.
Structurele uitgaven moeten structureel gedekt worden. Voor een aanpassing van de leges- en belastingtarieven 2024 moet Provinciale Staten vóór 31 december 2023 een besluit nemen. Een wijziging van het tarief opcenten motorrijtuigenbelastingen moet eveneens door Provinciale Staten worden vastgesteld. De wijziging van het tarief opcenten 2024 moet vóór 1 december 2023 kenbaar worden gemaakt bij het ministerie van Financiën.
Kwijtscheldingsbeleid (artiekel 10 BBV)
Gezien het karakter van de heffingen voert de provincie Noord-Holland het beleid om geen kwijtschelding toe te passen.