Provinciale rol
De provincie heeft de rol van ‘gebiedsregisseur’ en geeft de transitie naar een toekomstbestendig landelijk gebied vorm.
- In het landelijk gebied komen veel verschillende opgaven samen: natuur en stikstof, water en bodem, klimaat en bodemdaling, landbouw, landschap, erfgoed en recreatie. Dit vraagt om een brede blik en een integrale aanpak. Dat doet de provincie met het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) ‘Buitengewoon Noord-Holland’ . Het PPLG is de Noord-Hollandse invulling van het Nationaal Programma Provinciaal Gebied (NPLG) .
- In het PPLG zijn de opgaven van het Rijk en provincies voor het landelijk gebied verder uitgewerkt in opdrachten voor 5 programmagebieden, waarin de provincie de puzzel gaat leggen. Dat doet zij niet alleen. In lijn met haar lange traditie van samenwerking gaat de provincie in 2024 samen met haar inwoners, maatschappelijke partners en medeoverheden de uitdaging aan om de transitie van het landelijk gebied nader vorm te geven. Hierin staan klimaatbestendigheid, de draagkracht van het water- en bodemsysteem, biodiversiteit en de sociaaleconomische vitaliteit van het landelijk gebied centraal en worden deze verbeterd en toekomstbestendig gemaakt.
1.1 De definitieve versie van het PPLG, met daarin de opdrachten voor 5 programmagebieden, wordt naar verwachting in de eerste helft van 2024 ter besluitvorming aan Provinciale Staten voorgelegd en uiterlijk 1 juli 2024 aangeboden aan het Rijk. NPLG en PPLG hebben een looptijd tot en met 2035. Daarom wordt het PPLG na vaststelling jaarlijks geactualiseerd.
1.2 Het PPLG wordt uitgevoerd via 5 gebiedsprogramma’s: 1. Wadden, Kop van Noord-Holland en West-Friesland, 2. Noord-Kennemerland, 3. Laag Holland, 4. Zuid-Kennemerland en Amstel-Meerlanden, en 5. Gooi en Vechtstreek. In 2024 wordt voor elk van deze gebieden het uitvoeringsprogramma vastgesteld.
1.3 Vooruitlopend op de vaststelling van het definitieve PPLG heeft het Rijk de provincies in 2023 gevraagd alvast concrete aanvragen te doen voor specifieke maatregelen waarmee op korte termijn kan worden gestart. De provincie Noord-Holland heeft in dit kader middelen aangevraagd voor maatregelen op het vlak van klimaat, emissiereductie van stikstof, natuurrealisatie, omschakeling agrarische bedrijven, groenblauwe dooradering, natuurherstelmaatregelen, duurzaam water- en bodemgebruik én procesgeld voor gebiedsprocessen. De provincie verwacht in 2024 samen met haar partners te kunnen starten met de uitvoering van de eerste fase van deze maatregelen.
1.4 Naast de doelenbanken stikstof voor woningbouw en bijbehorende mobiliteit en voor de verduurzaming van de industrie als onderdeel van het Aerius-register, richt de provincie doelenbank in voor de legalisering van interimmers, PAS-melders en vrijgestelde bedrijven.
1.5 De provincie registreert de teruggave van stikstofruimte aan de natuur, zodat zij de effecten van de aanpak kunnen meten en inzichtelijk maken.
1.6 Verleasen (bedrijven, die een deel van hun stikstofruimte tijdelijk inperken en beschikbaar stellen aan anderen om provinciale doelstellingen te realiseren), gaat de provincie mogelijk maken om woningbouw, de versterking van de (net)infrastructuur en de verduurzaming van bedrijven te faciliteren.
Beleidsdoel | (Bedragen x € 1.000) | ||||||
Regisseren Provinciaal Programma Landelijk Gebied | Rekening 2022 | Begroot 2023 | Begroot 2024 | Begroot 2025 | Begroot 2026 | Begroot 2027 | |
Totaal lasten | 0 | 0 | 2.000 | 4.000 | 6.000 | 8.000 | |
Totaal baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 2.000 | 4.000 | 6.000 | 8.000 | |
Stortingen | |||||||
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Onttrekkingen | |||||||
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Resultaat | 0 | 0 | 2.000 | 4.000 | 6.000 | 8.000 |
- In het coalitieakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld voor extra capaciteit voor het PPLG. Het gaat om € 2 miljoen voor 2024. Dit loopt met € 2 miljoen per jaar op naar € 12 miljoen structureel vanaf 2029.
- Er is nog veel onduidelijk over de financiën rond NPLG en PPLG. Het is onzeker of -en zo ja, hoe- de middelen uit het Transitiefonds vanaf 2025 in de provinciale begroting kunnen worden verwerkt. In 2024 verwacht de provincie wel uitsluitsel te krijgen over 'versnellingsgelden', die zij medio 2023 heeft aangevraagd bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).