Paragrafen

Grondbeleid

Grond vormt een essentiële schakel in de transitie van het landelijk gebied, in bijzonder de afronding van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Dit gebeurt door middel van verschillende instrumenten, zoals de vestiging van kwalitatieve verplichtingen en kavelruilen. Ook wordt grond binnen de NNN-begrenzing of daarbuiten aangekocht om in te zetten als ruilgrond. Met name het vestigen van een kwalitatieve verplichting is een bijzondere vorm die specifiek voor de NNN-realisatie is ontwikkeld. De provincie gaat een overeenkomst aan met een eigenaar die zijn agrarische grond omzet in grond met een natuurfunctie. De eigenaar wordt vervolgens gecompenseerd voor de waardevermindering van de grond.
In 2020 besloten Provinciale Staten om voor de NNN-realisatie in en nabij Natura 2000-gebieden zo nodig het onteigeningsinstrument in te zetten. Hiermee is het mogelijk om op basis van volledige schadeloosstelling de benodigde gronden minnelijk aan te kopen. Het onteigeningsinstrument wordt alleen ingezet als in een gebiedsproces eerst een gezamenlijke gebiedsvisie is vastgesteld en de minnelijke verwerving onvoldoende is gebleken.
Conform het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) worden de aankopen ten behoeve van de NNN op de balans opgenomen tegen de verwervingskosten (inclusief eventuele schadeloosstelling en aanvullende kosten). De aankoop van (meestal) agrarische gronden ten behoeve van de NNN leidt tot een (forse) waardedaling. Dit geldt zeker voor de extra kosten ten gevolge van de aankoop van opstallen en de schadeloosstelling. Hierdoor is de balanswaarde van de NNN-gronden (fors) hoger dan de daadwerkelijke waarde. Dit vormt een risico voor het moment dat deze grond, zijnde natuurgrond, weer verkocht gaat worden. Daarom is in 2020 een reserve voor de toekomstige afwaardering NNN-gronden aangelegd. Deze reserve wordt, ten laste van de reserve Groen, steeds bij de tweede begrotingswijziging van het opvolgende jaar aangevuld met het verschil tussen de verwervingskosten van de in het vorige jaar aangekochte NNN-gronden en de potentiële verkoopopbrengsten van NNN-gronden. Deze is gestandaardiseerd op € 1 per vierkante meter.
Een bijzondere vorm van activering zijn aankopen in het kader van de zogenaamde SPUK-regelingen. Zo heeft het Rijk met een SPUK-regeling budget beschikbaar gesteld voor de verwerving van gronden, om deze vervolgens in te zetten voor de bodemdalingsopgave. Gronden die in dit kader worden aangekocht, worden ook voor de verwervingsprijs op de balans gezet. En direct daarna met de SPUK-rijksbijdrage (zijnde bijdrage derde) afgewaardeerd tot € 1. Hiermee blijven deze aankopen wel zichtbaar op de balans.
De provincie heeft in het verleden een grote grondportefeuille gekregen van het Rijk ten behoeve van de afronding van het NNN. Deze Strategische Gronden Groen worden in eerste instantie ingezet als ruilgrond voor de NNN-realisatie. Overtollige percelen worden verkocht, waarbij de opbrengst ten goede kwamen van de reserve Groen. De ervaring leert dat grondpositie hét vliegwiel is voor gebiedsprocessen in het landelijk gebied. De gebiedsprocessen in de Starnmeer, Horstermeer en Noordelijke Vechtstreek verlopen momenteel succesvol, omdat de provincie in deze gebieden een aanmerkelijke grondpositie heeft (gehad). Door deze gronden in te brengen in (kavel)ruilprocessen, vormt dit dé motor van de gebiedsgerichte aanpak in deze gebieden. Door de belangrijke opgaven in het landelijk gebied is de provincie momenteel zeer terughoudend met het verkopen van gronden.

Deze pagina is gebouwd op 09/11/2023 15:26:09 met de export van 09/11/2023 15:13:27