Betrekken van onze partners bij bescherming en beheer van groen

1. Het verminderen van broeikasgasemissies (CO2) uit veenbodems en het daaraan gekoppelde afremmen en waar mogelijk stoppen van bodemdaling in het landelijk gebied van de provincie Noord-Holland.
2. Via de aanpak Groen Kapitaal samen met bewoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en andere overheden laten zien dat combinaties van natuur met wonen, werken en landbouw de normaalste zaak van de wereld zijn. De stip aan de horizon van een natuurinclusieve samenleving wordt steeds breder gedeeld en goede voorbeelden vinden navolging. In 2024 liggen de speerpunten bij het verstreken van de samenhang met de wateropgave en een gezonde leefomgeving.
3. Groene vrijwilligers staan ook bekend als ‘tellers’, ‘vertellers’ en ‘herstellers’. Zij leveren een enorme bijdrage aan het beheer van, de kennis over en betrokkenheid bij natuur en landschap. In 2024 richt de provincie zich op behoud en uitbreiding van het vrijwilligersnetwerk.
4. In de MRA Agenda 2020–2024 is afgesproken om te blijven samenwerken aan het versterken en verder ontwikkelen van de landschappelijke kwaliteit, biodiversiteit, klimaatbestendigheid en het vergroten van recreatiemogelijkheden. De provincie zet zich in voor blijvende aandacht voor het landschap bij alle relevante ontwikkelingen.
5. Het Bestuurlijk platform Groene Hart , waarin de provincie participeert, zorgt voor een samenhangende ontwikkeling van het gebied. Het Groene Hart kent een dusdanige complexe opgave, dat het de status van NOVEX-gebied heeft gekregen. In 2024 zijn de prioriteiten: het remmen van bodemdaling en CO ₂ -uitstoot, een toekomstbestendige agrarische sector, bescherming van het landschap en zorgvuldig waterbeheer.
6. De nationale parken Duinen van Texel en Zuid-Kennemerland richten zich op natuurbescherming, recreatie, educatie, promotie en onderzoek. Een belangrijke u itdaging in 2024 is het formuleren van maatregelen om, in samenwerking met de omgeving, de recreatiedruk te spreiden.
7. De provincies Noord-Holland, Fryslân en Groningen zijn deelnemer in het Waddenfonds . Naast het Waddenfonds is het Investeringskader Waddengebied een belangrijk instrument om initiatieven en projecten te stimuleren die de ecologie en duurzame economische ontwikkeling van het Waddengebied versterken . Speerpunten in 2024 zijn onder meer nadere uitwerkingen van de ‘kernwaarden van het Waddengebied’ en ‘mogelijkheden energietransitie Waddengebied’, de afronding van de pilot ‘green shipping’ en afronding van de toekomstvisie ‘Waddenzee Visserij Platform’. Ook wordt gewerkt aan een routekaart voor een klimaat adaptief Waddengebied.

1.1   De provincie geeft uitvoering aan de Regionale Veenweidestrategie 1.0 .

2.1   In 2024 blijft de provincie het netwerk van initiatiefnemers offline en online actief ontwikkelen. Een groot en sterk netwerk leidt tot nieuwe ideeën en snellere verspreiding, verbreding en verdieping van bestaande initiatieven. Dit sluit aan bij het Provinciaal Programma Landelijk Gebied en de landelijke Agenda Natuurinclusief .  
3.1   In 2024 evalueert de provincie samen met haar partners het ‘Meerjarenbeleidsplan Betrekken bij Groen 2021-2024’. Ook werkt zij samen aan een meerjarenbeleidsplan voor de jaren 2025 en verder. Ook worden in 2024 weer de Natuurwerkdag en de Dialoogdag georganiseerd en het Betrekken bij Groen Fonds ingezet om kleinschalige initiatieven te ondersteunen.
4.1   De provincie levert een bijdrage door participatie in het Bestuurlijk Platform Groene Hart. 
5.1   In 2024 wordt uitvoering gegeven aan de nieuwe MRA Agenda 2024-2028. Dit doet de provincie door het participeren in de projectorganisatie van de MRA.
6.1   Beide parken in de provincie zijn aangesloten op het rijksprogramma Nationale Parken Nieuwe Stijl . Hiermee is subsidie beschikbaar gekomen voor diverse projecten. De provincie levert cofinanciering door ambtelijke inzet en betrekt de nationale parken in het uitwerken van het Provinciaal Programma Landelijk Gebied.
7.1   De provincie participeert in het Waddenfonds en cofinanciert door middel van subsidies aan innovatieve en kansrijke projecten die bijdragen aan de doelen van het fonds.

• Tussen de begrote lasten van 2024 en 2025 zit een verschil van € 6,5 miljoen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de uitgaven voor SPUK (specifieke uitkering) L10 'Impulsgelden bodemdaling' waarvoor in 2024 een bedrag van € 5,4 miljoen. geraamd staat. De begrote baten zijn in 2025 ook € 5,4 miljoen lager dan in 2024.
• De daling van de begrote lasten tussen 2025 en 2026 wordt mede veroorzaakt door de uitgaven aan de subsidie Cofinanciering Waddenzee. Deze vinden plaats in 2024 (€ 3,0 miljoen) en 2025 (€ 3,3 miljoen) en niet in 2026. De onttrekkingen aan de reserve Subsidies cofinanciering Waddenzee worden in hetzelfde ritme begroot.
• De begrote lasten in 2027 zijn lager dan 2026 omdat 2026 het laatste jaar is van de Decentralisatie Uitkering Waddengebied (€ 9,6 miljoen).