Elk programma heeft in de begroting naast lasten ook baten die direct tot dat programma behoren, zoals specifieke uitkeringen van het Rijk of bijdragen uit reserves. Deze baten zijn meestal niet toereikend om de lasten van het programma te kunnen dekken. Tegenover de nadelige saldi op de programma’s staan de algemene dekkingsmiddelen. In onderstaand overzicht (7.1) zijn de algemene dekkingsmiddelen opgenomen. Deze baten dragen bij aan het sluitend maken van de begroting.
De begroting kent naast de 6 programma's en de algemene dekkingsmiddelen nog een aantal andere centrale posten, zoals de overhead, de post onvoorzien en de vennootschapsbelasting. Het opnemen van deze posten in een overzicht is een verplicht onderdeel volgens het Besluit begroting en verantwoording (BBV). Deze onderwerpen zijn onder 7.2 opgenomen.
7.1 Algemene dekkingsmiddelen
De in omvang belangrijkste structurele algemene dekkingsmiddelen van de provincie bestaan uit de inkomsten van het provinciefonds en de provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting. De ontvangen dividenden en het rentebaten worden gerekend tot de structurele algemene dekkingsmiddelen.
7.1.1 Lokale heffingen
De provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting vormen na de uitkering uit het provinciefonds de grootste post binnen de structurele algemene dekkingsmiddelen. Een nadere toelichting op de opcenten op de motorrijtuigenbelasting is te vinden in de paragraaf Lokale heffingen van deze begroting.
7.1.2 Uitkering provinciefonds
De uitkering uit het provinciefonds is bij deze begroting aangepast op basis van de meicirculaire 2023.
7.1.3 Dividend
De dividenden worden prudent geraamd. Een toelichting op de deelnemingen is opgenomen in de paragraaf Verbonden partijen in deze begroting.
7.1.4 Financieringsfunctie
Onder de post financieringsfunctie wordt het renteresultaat van de provincie begroot. Een overzicht van het renteresultaat is opgenomen in de paragraaf Financiering van deze begroting.
7.1.5 Overige algemene dekkingsmiddelen
Onder ‘overige algemene dekkingsmiddelen’ worden middelen verantwoord die niet bij één van de inhoudelijke programma’s horen, maar wel dienen ter algemene dekking. Voorbeelden zijn het verhuren van onroerend goed, de facilitering van de dienstverlening voor het bedrijfsbureau voor de recreatieschappen en de externe detachering van provinciepersoneel. Bij het verhuren van onroerend goed gaat het om de verhuur van delen van het gebouw aan het Houtplein en de verhuur van de parkeergarage onder de Dreef. Voor de begroting wordt geen rekening gehouden met het extern detacheren van provinciepersoneel.
De incidentele middelen die beschikbaar zijn gesteld in het coalitieakkoord, zijn opgenomen in de ‘reserve Coalitieakkoord’. Deze reserve is onder de ‘overige algemene dekkingsmiddelen’ geplaatst. De gelden zullen bij een volgend P&C moment worden toebedeeld aan de juiste beleidsdoelen en bestemmingsreserves.
7.1.6 Grondbeleid
De baten en lasten die voortvloeien uit het provinciale grondbeleid worden hier verantwoord en geraamd. Nadere toelichting is te vinden in de paragraaf Grondbeleid van deze begroting.
7.1.7 Economisch herstel en duurzaamheid
Deze post is voor de afwikkeling van lasten en baten van het programma ‘economisch herstel en duurzaamheid’, zoals dat tot en met 2023 in begroting en jaarrekening als afzonderlijk begrotingsprogramma 7 was verantwoord.
De reserve ‘Economisch herstel en duurzaamheidsfonds’ valt ook onder 7.1.7.
7.1.8 Stelposten
In de begroting zijn twee stelposten opgenomen: één voor een taakstellende verlaging van de kosten en één voor toekomstige prijsstijgingen.
De taakstelling moet bij de Kaderbrief 2025 ingevuld zijn door verlaging van de hiervoor aangemerkte budgetten.
De stelpost voor toekomstige prijsstijgingen heeft betrekking op de reservering voor kostenstijgingen die uit de contractuele verplichtingen van de provincie voortvloeien. De stelpost wordt jaarlijks bij de Kaderbrief berekend. Omdat het een bedrag betreft dat betrekking heeft op meerdere activiteiten van de provincie staat deze stelpost onder hoofdstuk 7 opgenomen. Bij de 2 e begrotingswijziging 2024 worden de daarvoor in aanmerking komende budgetten bij ieder programma opgehoogd en de stelpost verlaagd. De ramingen bij de programma’s zijn opgenomen op basis van het prijspeil 2023. Voor de jaren 2024 en verder is in de stelpost toekomstige prijsstijgingen een reservering opgenomen zodat in de komende jaren de budgetten opgehoogd kunnen worden ter compensatie van de verwachte prijsstijgingen.
Onder 7.1.8 is ook de ‘doorschuif BTW’ opgenomen. Het betreft BTW die vanuit de deelnemingen aan de provincie wordt doorberekend en die de provincie kan declareren bij het BTW-compensatiefonds.